Kritiek van Tom

Jac: Graag wil ik beginnen met de kritiek van Tom Saat en een aantal vragen die ik je tot nu […]

Kritiek van Tom

Jac: Graag wil ik beginnen met de kritiek van Tom Saat en een aantal vragen die ik je tot nu toe volgens Damaris Matthijsen ben vergeten te stellen. 

Faizah: Begin maar met de kritiek van Tom Saat.

Jac: Na het lezen van mijn eerste boek Het Vierde Scenario en mijn gesprek daarin met jou, vindt Tom Saat dat ik een te Marxistische kijk heb op kapitaal. Volgens hem zie ik kapitaal als iets statisch dat door leken - jij bent door middel van loting voor een termijn van acht jaar lid geworden van dit kapitaalorgaan - wordt toegewezen aan initiatieven. Tom Saat ziet het kapitaalorgaan waar jij onderdeel van bent dus als een ouderwets communistisch centraal geleid toewijzingsorgaan.

Faizah: Ja?

Jac: Omgekeerd vind ik de visie van Tom Saat op kapitaal weer veel te liberaal. Hij spreekt over rente als uitdrukking van ondernemerschap in de economie. En de rol die een goed functionerend bankwezen heeft te vervullen “in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van kapitaal”. De risico’s liggen volgens hem ouderwets bij de investeerders. Investeerders dus die ondernemers met goede ideeën helpen hun ideeën te verwerkelijken en hen een goede return on investment bezorgen.

Faizah: Ik begrijp de verwarring wel. Waarschijnlijk heb je niet duidelijk genoeg benoemd dat het kapitaalorgaan niet een toewijzingsorgaan is, maar het ‘goede onderlinge overleg’ waarin kapitaal wordt uitgewisseld en toegewezen faciliteert. Laten we hier nog eens goed naar kijken, hoe helderder de begrippen hoe beter het je je kunt verbeelden.

Jac: Verandert de toekomst eigenlijk naarmate ik begrippen helderder en levendiger krijg? Ik bedoel hoe levendiger ik me de toekomst weet te verbeelden, hoe makkelijker het voor jou wordt?

Faizah: Zeker. Ik lig nog niet vast. En toch ben ik er al, precies zoals jij me denkt. Hoe zuiverder je denkt, hoe meer mogelijkheden jij creëert voor mij. Hoe meer je mij mogelijk maakt als het ware. 

Jac: Laten we dan eerst nog een keer naar het begrip ‘kapitaal’ kijken. Wat is kapitaal?

Faizah: Dat heb je in je eerste boek al duidelijk omschreven als ‘geest’. Kapitaal verschijnt in eerste instantie in de vorm van goede innovatieve ideeën in de harten en hoofden van individuele mensen. Het zijn de impulsen van ondernemende mensen. Kapitaal zelf is scheppende geest. Ik bedoel, die innovatieve ideeën, zijn al scheppingen van de geest. Kapitaal is de motor van alle ontwikkeling, al het nieuwe, alle omvorming begint met een idee. Tegelijkertijd is kapitaal iets wat we gezamenlijk creëren. Alle natuur die door middel van door het kapitaal georganiseerde arbeid is omgezet in cultuur is gezamenlijk gegenereerd kapitaal. Wandel maar eens door een stad of door een industriegebied en verwonder je erover dat alles, maar dan ook echt alles, de straten, het asfalt, de stoep, elke afzonderlijke tegel, de tramrails, de trams en de auto’s, de fietsen, de huizen, de fabrieken, de machines in de fabrieken, alles, maar dan ook echt alles is bedacht, ontwikkeld en gemaakt door mensen. Alle kapitaal is ontstaan eerst als idee in individuele mensen en vervolgens wordt dit idee in een proces van overleg en afstemming verwerkelijkt in de vorm van hijskranen, bulldozers, kruiwagens, tafels, stoelen en mobiele telefoons. 

Jac: Als ik rondkijk in jouw tijd zie ik helemaal geen hijskranen, bulldozers en kruiwagens, jullie huizen zien er heel anders uit dan in onze tijd, jullie wegen zijn anders, jullie vervoersmiddelen zijn wonderlijk. Wat is de energie die deze voertuigen voortdrijft? Wat is überhaupt jullie energiebron?

Faizah glimlacht geheimzinnig en gaat niet in op mijn vragen.

Faizah: Kapitaal is dus geest, is de creativiteit van de mensen, verschijnt in eerste instantie als innovatieve ideeën bij individuele mensen, die die vervolgens willen verwerkelijken.

Jac: En dat is dus de grote vraag: hoe verwerkelijk je een goed idee?

Faizah: Door het besluit te nemen het te willen verwerkelijken, door een initiatief te nemen. 

Jac: Het nemen van een initiatief is het verwerkelijken van een idee in de bestaande verschijningswereld?

Faizah: Zo zou je het kunnen zeggen.

Jac: Er is wel een verschil tussen liefdevol invoegen in het bestaande en bruut opdringen aan wat er al is.

Faizah: Kleine initiatieven kun je zo verwerkelijken, het organiseren van een feest of een open podium, het beginnen van een studiegroep of wat dan ook. Het plukken van veldbloemen, ze bundelen tot boeketten en die verkopen langs de huizen. Voor grote initiatieven heb je krediet nodig, het vertrouwen van de gemeenschap waar je deel van uitmaakt.

Jac: Heb je niet altijd het vertrouwen van de gemeenschap nodig waar je deel van uitmaakt? Als niemand je vertrouwt, komt niemand op je feestje. Of krijg je geen deelnemers aan je studiegroep. 

Faizah: Tja… als je het zo bekijkt.

Jac: Je zet je innovatieve idee om in een plan en met dat plan doe je een kredietaanvraag.

Faizah: Precies.

Jac: Waar? Bij wie? Hoe functioneert dat in jouw tijd?

Faizah: In een centraal geleide economie zou je naar een centraal toewijzingsorgaan kunnen gaan en in een liberale economie zoek je investeerders die in jou willen investeren. 

Jac: Okay, maar jij bent geen centraal toewijzingsorgaan en je bent geen investeerder.

Faizah: In een centraal geleide economie kun je niet eens een initiatief nemen, je wordt niet geacht je eigen ideeën te verwerkelijken, maar centrale plannen uit te voeren door middel van een door het centrum toegewezen krediet. Sterker nog, als je een initiatief zou nemen in een centraal geleide economie, dan heb je kans naar een heropvoedingskamp te worden gestuurd. Terwijl je als je in een vrije-markteconomie naar investeerders moet zoeken, de kans groot is dat je je plannen moet aanpassen aan die van de investeerders die hun return on the investment willen maximaliseren.

Jac: Nee! Dus waar ga ik naartoe? Wat doe ik om mijn plan te verwerkelijken?

Faizah: Je sluit je aan bij een kapitaalorgaan dat functioneert op het gebied of in het gebied waarin jij je initiatief wilt nemen. 

Jac: Eh… Ik heb een initiatief op het gebied van laten we zeggen ‘schoenen’. Ik heb een 3d-printer voor schoenen uitgevonden. Mensen kunnen zelf hun schoenen ontwerpen, kleur, vorm, materiaal alles en dan kunnen ze het door middel van mijn uitvinding laten printen in bepaalde materialen. 

Faizah: Dan sluit je je aan bij een kapitaalorgaan dat functioneert in de regio waar je je initiatief wilt verwerkelijken of je sluit je aan bij een kapitaalorgaan in de schoenenbranche.

Jac: Ik dacht dat jij het kapitaalorgaan was?

Faizah: Zeker ben ik een kapitaalorgaan, maar ik ben er ‘slechts’ één van velen. Ik faciliteer het ‘goede onderlinge overleg’ in deze regio. Wij voeren boekhouding. We regelen het betalingsverkeer. Wij keren inkomens uit aan mensen die nog niet onderdeel zijn van een initiatief in deze regio. Omdat ze te jong of te oud zijn of ziek of op een andere manier nog niet, niet kunnen of niet meer functioneren in een initiatief.

Jac: Dat had ik nog vergeten te vragen: of jij het enige kapitaalorgaan was. Je bent dus slechts één van vele kapitaalorganen. Je maakt onderdeel uit van een netwerk van kapitaalorganen?

Faizah: Precies.

Jac: Goed, ik sluit me aan bij een bestaande kapitaalorgaan. Wat is een kapitaalorgaan precies?

Faizah: Jij hebt bijna tweehonderd jaar geleden één van de eerste opgericht. 

Jac: Ja, naar het voorbeeld van Stichting Sleipnir, voor zover ik weet überhaupt het eerste kapitaalorgaan dat in de geest van vrij, gelijk, samen werd opgericht. 

Faizah: Precies. Maar er is één groot verschil tussen de huidige kapitaalorganen en die die jij destijds oprichtte. 

Jac: En dat is?

Faizah: Evenals financiers bestaan er geen banken meer hier. Banken konden destijds geld scheppen uit het niets, zoals je ook beschreef in Het Vierde Scenario, die functie, het scheppen van geld uit het niets, hebben de tegenwoordige kapitaalorganen. Zij kunnen geld scheppen uit het niets. Dat kon jouw kapitaalorgaan destijds nog niet. Destijds moest jij toch naar financiering zoeken buiten het geldscheppingsproces om.

Jac: Ja, en ik had te maken met investeerders die in eerste instantie geen afstand wilden doen van hun vermogen. Die rente wilden ontvangen op hun geïnvesteerd vermogen. En ik had te maken met de belastingdienst, die helemaal in de war raakte van onze manier van doen en dacht dat we bezig waren met criminele activiteiten. Slechts geleidelijk aan ontwikkelden we een hoeveelheid van wat wij ‘geneutraliseerd’ kapitaal noemden. Kapitaal dat van zichzelf was. Het werd beheerd door de gemeenschap van ondernemingen namens de gemeenschap van burgers überhaupt. 

Faizah: Inmiddels bestaan er tientallen van dit soort kapitaalorganen, die dus net zoals de banken vroeger geld kunnen creëren uit het niets. Die een transparante boekhouding voeren. Die het betalingsverkeer regelen en die inkomens uitkeren.

Jac: Er bestaan dus geen investeerders meer?

Faizah: Er bestaan geen handelaren in grond, arbeid en kapitaal meer en er bestaan geen bankiers meer die deze handel mogelijk maken. Ook de parlementaire democratie zoals die zich ontwikkelde in de loop van de twintigste eeuw, die de wetten formuleerde waarin de handel in de productiemiddelen en het toenmalige financiële systeem kon bestaan, is verdwenen.

Investeerders bestaan dus niet meer. Of je zou kunnen zeggen dat we als gemeenschap als geheel de investeerder zijn, in onszelf als gemeenschap. En dat elk lid van de gemeenschap aandeelhouder is van alle productiviteit in onze gemeenschap. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het inkomen dat we maandelijks uitkeren het dividend is voor de aandeelhouders. Het geheel leeft van de gezamenlijke productiviteit.

Jac: Ja, dat lijkt me logisch. Dat is in mijn tijd ook zo, ook in mijn tijd leeft het geheel van de gezamenlijke productiviteit, alleen deelt niet iedereen gelijkelijk mee in de gezamenlijk geproduceerde koek hier.

Terug naar mijn idee voor een 3d printer, ik ga dus naar een kapitaalorgaan toe en dien mijn plan in. En dan?

Faizah: Dan wordt er gekeken naar jou als individu en naar de gemeenschap als geheel waarin je je idee wilt invoegen.

Jac: Hoe bedoel je?

Faizah: Enerzijds wordt er gekeken naar je levensloop, je opleiding, je werkend leven tot dan, past het ondernemen in de schoenenbranche je? Is het biografisch aan de tijd dat je je impuls in de wereld zet?

Jac: Okay.

Faizah: En anderzijds wordt gekeken naar de behoefte aan schoenen. Wordt die in meer of mindere mate wel vervuld? Kan er nog een schoenenfabriek bij? Of is het sowieso tijd voor schoenproducenten om uit te stappen en zou jij hen kunnen vervangen?

Jac: En?

Faizah: Het oordeel of je wel of niet kredietwaardig bent ontstaat in goed onderling overleg tussen alle betrokkenen. Als kapitaalorgaan faciliteer ik dit overleg. Maar uiteindelijk beslis je zelf of je krediet wil of niet. 

Jac: Dus in laatste instantie, na alles en iedereen geraadpleegd te hebben, besluit ik uiteindelijk zelf of ik kredietwaardig ben en de stap zet?

Faizah: Precies.

Jac: En dan?

Faizah: Dan gebeurt er wat in jouw tijd gebeurde als er een krediet werd gehonoreerd door een bank, jij krijgt een bedrag op je bedrijfsrekening gestort, daarmee financier jij de bedrijfsmiddelen die jij nodig hebt om jouw innovatieve idee te verwerkelijken. Terwijl op de balans van het kapitaalorgaan dat krediet enerzijds als bezit verschijnt en anderzijds als financiering van dat bezit.

Jac: Met het grote verschil met mijn tijd dat het kapitaal van het kapitaalorgaan van zichzelf is. En dus profiteert de gehele samenleving van mijn innovatieve idee en niet alleen een elite.

Faizah: Het nieuw gecreëerde kapitaal is van alle mensen in de vrij, gelijk, samenleving als geheel, zij plukken de vruchten van het nieuw gecreëerde kapitaal. Tegelijkertijd is het geneutraliseerd, het is van niemand of je zou ook kunnen zeggen, het is van zichzelf en wordt beheerd door ons in een kapitaalorgaan. Tegelijkertijd is het van jou persoonlijk en kun jij er jouw innovatieve idee mee verwerkelijken.